Tanzania

Eind augustus gingen we voor 3 weken naar Tanzania. Vanaf Dar es Salaam International Airport gingen we op weg naar Huize Vos, nadat we van de eerste taxi naar de tweede moesten overstappen omdat ie niet wilde starten. Het was heel leuk om Ivo, Dunja en Tristan weer te zien, deze keer bij hun thuis en niet bij ons in Muscat (in januari waren ze bij ons op bezoek). Na 1 nachtje logeren gingen we alweer weg, op safari, maar daarna zouden we een weekend blijven logeren.

De eerste safari ging naar het Tarangire park noord van Dar. Het is een relatief klein park waar wel veel dieren zitten. We waren net binnen de parkgrenzen of we zagen al kuddes zebra’s, olifanten, giraffen en wat bavianen. Het was super om deze dieren in het echt te zien. Tarangire staat vooral bekend on de olifanten en dat konden we bevestigen. Onze gids, die ons 5 dagen rondreed, was net aan het vertellen dat olifanten maar eens in de 5 jaar kleintjes krijgen, toen we net een mannetje een vrouwtje zagen bestijgen. Dit was blijkbaar een uniek verschijnsel, maar het duurde minder dan 10 seconden. Daarna is het gewoon weer over op de dagelijkse gang van zaken, die vooral bestaat uit eten en lopen. In dit park is de begroeiing ook bijzonder , met de baoab boom.
Het tentenkamp waar we sliepen bevond zich in het park en had een prachtig uitzicht over een meer verderop. We waren onder de indruk van .de mooie eetzaal en bar, die helemaal met natuurlijke materialen en in tanzaniaanse stijl waren opgebouwd. Dit was bij de meeste kampen waar we sliepen het geval. De mensen, voornamelijk Maasai, die er werken komen vaak uit een dropje in of net buiten het park. ’s Nachts bewaken ze het kamp, omdat de leeuwen en andere dieren er gewoon in rondlopen.

Het tweede park was de Ngorongoro krater. De dieren bevinden zich in een caldera en kunnen niet via de kraterwanden eruit. Hier hebben we vooral veel kuddes gnoes, zebra’s en groepen leeuwen gezien, maar ook nijlpaarden, hyena’s, ibis, aasgieren, flamingo’s, aardvarkens. Er schijnen ook zwarte neushoorns te zitten. Onze gids zag er een heel erg in de verte, die wij met de verrekijker nog niet eens konden herkennen, zo klein was ie.

In Serengeti National Park zijn we drie dagen gebleven en dat is nog niet lang genoeg. Het is een enorm groot park waar je lange afstanden rijdt door een prachtig landschap van vooral grasland, maar ook woodlands (grasland met meer bomen). Het meest bijzondere dat we hier meemaakte was zefs uniek voor onze gids die al 10 jaar in het vak zat. We zagen een vrouwtjesleeuw in haar eentje door het gras lopen. Meestal verblijven leeuwen in groepen, en vooral vrouwtjes want zij jagen samen. De leeuwin kwam op een gegeven moment naar de weg waar wij reden en bleef onverstoord verder lopen terwijl naast haar reden. Nadat ze een diep keelgeluid had voorgebracht kwamen er 6 kleine welpjes uit het veld gerend. Helemaal door het dolle, blij om hun moeder te zien (waarschijnlijk na een paar dagen alleen te zijn geweest) en ook van de honger. Mama leeuw liet zich op de grond (midden op de weg, naast onze auto) vallen en de kleintjes begonnen al grommend te drinken. Dit was zo gaaf om te zien dat we er nu veel te veel foto´s en filmpjes van hebben. Na een tijdje stond moeders weer op en liepen ze gezamenlijk over de weg weer verder.
Serengeti heeft ook moerasland en poelen waarin de nijlpaarden in hun eigen uitwerpselsen staan .Overdag zitten ze in het water en ´s avonds komen ze aan land om te eten. We hebben sommigen nijlpaarden op het land gezien. Ze zien er reusachtig uit en lachwekkend omdat ze van die korte pootjes hebben.

We vlogen terug naar Dar (Tanzania heeft in ieder park wel 1 of meerdere airstrips en een goed werkend vluchtensysteem). Met Ivo, Dunja en Tristan zijn we naar een eilandje (van 9 km lang en op plekken soms maar 10 m breed) voor de kust bij Dar gegaan. We hadden daar ieder een huisje aan het strand (zijn er 12 in totaal en samen met de algemene ruimte, restaurant en minizwembad is er niet meer op het eiland). In de Lazy Lagoon hebben we uitgerust, bijgeklets en heerlijk gegeten. Tristan vond het strand en de zee geweldig en was helemaal niet bang. Sowieso is dit ventje een ideaal kind, want hij lacht altijd, huilt nauwelijks en eet net zoveel als mama. Ik wilde ´m stiekem meenemen, maar ja dat kan ik Ivo en Dunja (en Tristan zelf) natuurlijk niet aandoen.

Hierna zijn we richting het zuiden gegaan naar het minder drukke Selous Game Reserve. Het landschap in dit park bestaat voornamelijk uit meren, rivieren en woodlands. We hebben hier een bootsafari, jeepsafari en een wandelsafari gedaan. We hadden weer nijlpaarden, olifanten, giraffes en de hele mikmak gezien met als extra de krokodillen en veel (wad-) vogels. De wandelsafari duurde zo´n 2 uur en wwrd geleid door een zuid-afrikaan die ook het kamp beheerde en onze gids. We mochten vooral niet voorbij hem lopen, want hij moest ons beschermen met z´n geweer. Als we een leeuw zouden zien, mochten we ook vooral niet wegrennen want dan valt ie aan. We zagen helaas geen dieren, maar hoorden de meest mooie verhalen over het park, de bomen en de dieren.

Om even helemaal bij te komen van de inspannende safari´s vlogen we door naar Zanzibar, een eiland voor de kust van Tanzania. Zanzibar hoorde van begin 19de eeuw tot 1862 bij het Sultanaat van Oman. Het werd in 1963 onafhankelijk om in 1964 samen te gaan met Tanganyika en Tanzania te vormen. De sultan van Oman woonde vanaf 1840 in Stonetown, dat toen de hoofdstad van Oman was. Nu nog zagen we hier en daar een dishdash (traditioneel omaanse witte jurk) en kumma (bijbehorend hoedje). Sommige gebouwen hadden ook wel omaanse (of arabische) trekjes. We hebben nog geprobeerd met mensen arabisch te praten, maar dat sloeg niet aan. Stonetown is een rommelige maar gezellige stad met zowel moskeen en kerken als pagoda´s. Helaas zijn de oude paleizen en huizen niet goed onderhouden. We hebben een paar dagen in een resort in Matemwe gezeten, met een breed hagelwit strand en kristalheldere zee. Erg relaxed, maar ook een beetje saai. Dus zijn we maar een Discover Scuba Diving cursus gaan doen. Cursus is een groot woord, want dag 1 ga je in het zwembad oefeningen doen en dag 2 zijn we bij een atol gaan duiken. We hebben 2 duiken tot 12 meter gedaan en dat was fascinerend. Het was geweldig om tussen de meest kleurige vissen door te zwemmen en ondertussen het koraalrif met al zijn algen en zeesterren te bewonderen.

Na nog een nacht en een dag bij Dunja en Tristan (Ivo was inmiddels weer in de mijn) te hebben doorgebracht zijn we weer naar Muscat teruggegaan. Tanzania was echt een supervakantie voor ons.